maandag 26 maart 2012

Orang pendek

In het Nederlands kun je groot zijn, of lang. Maar als je klein bent, heet je niet kort. In het Indonesisch is het altijd lang (panjang) en kort (pendek), andere smaken zijn er niet.

Er zijn hardnekkige verhalen dat er op Sumatra een Orang pendek rond zou struinen. Die verhalen dienen natuurlijk naar het rijk der cryptozoölogen verwezen te worden en van die mafketels zijn er op het web heel wat te vinden. Maar je weet het maar nooit. Het zóu kunnen.

Op Flores kwam er tenslotte nog niet zo heel lang geleden een echte Orang pendek voor (die misschien wel model heeft gestaan voor dat Sumatraanse mythologische wezen). De Homo floresiensis, liefkozend ook wel de Hobbit bijgenaamd, heeft onomstotelijk bestaan. Het zal u niet ontgaan zijn, de Floresmens was prominent aanwezig in de Wetenschapsbijlage.

Is het geen schatje? Een paar turven kort!

Nou wil het toeval dat deze mensjes door een MRI scanner zijn gehaald in het Rumah Sakit Fatmawati, te Pondok Indah, Jakarta Selatan, dezelfde schuiflade als waardoor ook schrijver dezes is heengehaald toen hij zeer bedlegerig was vanwege een herniated disk op niveau L4-L5. Dat leverde prachtige plaatjes op, maar om daarvoor nou zoveel pijn te moeten lijden. Geloof me, men wil liever dood.

Maar het is toch wel iets om over naar van huis te schrijven, gescand te zijn in één en hetzelfde apparaat als deze uitgestorven tak van onze menselijke stamboom.


woensdag 21 maart 2012

Reis geboekt...

Even een update. Mijn reis naar Indonesië is nu geboekt. Er moeten nog wat details bevestigd worden (zoals de datum van mijn terugreis), maar de reis ziet er ongeveer als volgt uit.

12 juni, vertrek.
13 juni, aankomst op (in?) Bali
14 juni, "vrije dag". Zal wel uitrusten worden na zowat een dag vliegen.
15 juni, Bali--Surabaya--Rembang
16 juni, Rembang. Bezoek aan het project. Ik zal hier uiteraard verslag van doen.
17 juni, Rembang--Surabaya. Bezoek aan een batik-project, een meubelmaker en een zoutwinningsproject. Vrije middag. Overnachting in hotel.
18 juni, Surabaya--Bali
19, 20, 21 juni, Vrij programma binnen de georganiseerde reis.

22--30 juni verblijf op eigen houtje in hetzelfde hotel. Ben benieuwd.

30 juni wil ik oversteken naar Lombok, dat even mooi heet te zijn als Bali, maar minder toeristisch. Zeer benieuwd. Ook een beetje zenuwachtig moet ik toegeven, want alleen reizen (op de bonnefooi) heb ik nooit echt leuk gevonden. Maar goed, ik spreek een mondje Bahasa Indonesia, en Indonesiërs kunnen behoorlijk laid-back zijn, dus we zien wel. De terugreis vanuit Bali rond 9 juli, afhankelijk van welke vluchten beschikbaar zijn.

Nou nog een Verklaring Omtrent Gedrag scoren en een briefje schrijven aan de familie van Anisa dat ik een dagje in de buurt ben, en dat ik ze graag zou ontmoeten.


Vliegende Hollander





Als vogol mag ik u dit videootje niet onthouden. Deze vogel, Jarno Smeets, heeft dit weekend echt gevlogen! Dé droom van niemand minder dan Leonardo is nu verwezenlijkt, vliegen als een vogel.

Potverdrie, wat ben ik jaloers.

Meer weten? Zijn website. Het eerste van zijn veertien filmpjes staat hier.

Jarno, mocht je hier ooit verzeild (vervlogen?) raken: HULDE!

vrijdag 9 maart 2012

Mot „Spotvogol” zo?

Ja, dat mot. Het is natuurlijk geënt op het gekscherende „eikol”, maar bovendien en bovenal is het een lipogram, en wel een monovocalisch lipogram. En al zeg ik het zelf, wat is er nou 'n mooiere URL dan spotvogol.blogspot.com.

Ik heb wel eens een mooier lipogram verzonnen (écht waar) dat een monovocalisch lipogram én een palindroom is. Nog altijd is er een plekje voor vrij in het pseudodictionary waar ik het had willen laten opnemen. Anyway, het luidt margagram en het betekent „een woord dat een monovocalisch lipogrammatisch palindroom is”. Het woord margagram is daarmee een margagram en daarmee dus ook nog eens zelfreferentieel.

Andere margagrammen? Er zijn er zat: negen, nemen, Anna, Hannah, Otto. Stuur me de langste die u kunt bedenken. Nogmaals, er mag maar één bepaalde klinker in voorkomen maar dan wel weer: hoe vaker hoe beter. De i-grec mag ook, als-ie maar als klinker wordt gebruikt.

Zo, nou weet u wat voor vlees u met uw spotvogol in uw kuip gehaald heeft.
’n Opperlandstalige.

Nog even over dat Spotvogol: ik heb dit eerder elders (niet klikken als u qua religieus snel gekwetst bent) als nick gebruikt (en werd meteen op het matje geroepen). Ik ben daar een paar jaartjes behoorlijk actief geweest, maar nu is het maar een dooie boel daar. Ik heb daar ook wel commentaar geleverd als Meneertje (een monovocalisch lipogram!), zo genoemd door het dochtertje van een mevrouw die ik door die goddeloze site heb leren kennen.




Plan B: PLAN


Pelan-pelan, langzaamaan dan breekt het lijntje niet. Ik wil teveel in één keer. Plan A, twee maanden als vrijwilliger naar Sulawesi, verving ik begin dit jaar door Plan B, een ingewikkelde combo.



Het is namelijk zo dat ik in het kader van Girls First sinds eind verleden jaar een kindje heb in Indonesië, Anisa Alimatu Zulfa. Ze is net vier geworden. Meisje, hè, roze, kanniemis.

PLAN, voorheen Foster Parents, organiseert in de komende maand juni niets minder dan de reis van mijn leven. Die kan ik natuurlijk niet aan me voorbij laten gaan. Ik dacht dus slim te zijn en die reis die ons, sponsoren, voert naar Surabaya, Rembang en Bali, te combineren met zes weken op Sulawesi. Dat blijkt te ingewikkeld. En bespaart ook geen reiskosten. Ik stel dat vrijwilligerswerk nu maar uit. Volgend jaar.

Rembang ligt op forse afstand van de kampung waar Anisa met haar familie woont, dus er is weinig kans dat ik haar ga ontmoeten. We bezoeken daar echter wel andere kinderen die gesponsord worden.

Mocht u geïnteresseerd zijn in het reisplan, het staat hiero (.pdf). Meer over Girls First? Video. (U kunt natuurlijk ook rechtstreeks naar www.plannederland.nl* gaan of lekker zelf een potje gaan googelen.)

Maar ik ga i.e.g. weer eens naar Indonesië, en dit keer naar streken waar ik nog niet ben geweest. Ik plak er misschien twee weekjes Lombok achteraan (langer kan niet, want dan moet ik reiskosten bijlappen). Lombok is even mooi als Bali, zeggen ze, en minder toeristisch. Dus.


____________________
* Potverdrie, zou dat 'mijn' Anisa zijn daaro?

donderdag 8 maart 2012

Plan

Hoe ik er terecht gekomen ben, zal ik vast nog wel eens aankaarten. Het doet er even niet toe.

Al weer een jaar of acht, negen terug legden wij een bezoekje af bij vrienden van mijn Indonesische schone. Stelt u zich een traditioneel Javaans huis voor. Midden in een volgeplempte kampung in Jakarta (nou ja, Tangerang eigenlijk, maar die twee steden zijn compleet met elkaar vergroeid).

De patio voor het huis is geheel ommuurd. Rijke lui, want dat laten ze zien: een kennel op de patio met zo'n tien (grote) rashonden. Honden, op Java, dat voor het overgrote deel Islamitisch is. De K9s op Java hebben geen leven -- doorgaans, maar deze canines dus wel.

De vrouw des huizes, van wie mij met de beste wil van de wereld de naam maar niet te binnen wil schieten, nodigt ons naar binnen. Binnen zit nog een pet, een wit schoothondje. Wij aan de thee. Ditjes en datjes, koetjes en kalfjes. In Indonesië gaat het nooit ergens over. Op een gegeven moment komt er een enorm geraas van achter in het huis. Enige beschaamdheid op het gelaat van de gastvrouw. Istriku (we waren 'getrouwd') gebaart me "kom maar eens kijken". Trots, in feite, wat heeft ze toch bijzondere vrienden. Achterin dit donkerste deel van het huis (geen enkel raam, geen zicht op daglicht) staat een grote kooi, met polsdikke spijlen. Waarin zich, ach, u weet het al, het plaatje is een dead giveaway. Een meisje, zes jaar, aan het puberen, vandaar die herrie, jaloers, dat ook aandacht wil. Te groot en te sterk geworden om uit de kooi (van twee bij twee bij twee metertjes, geen enkel speeltje godverdomme) te mogen, om geknuffeld te worden bijvoorbeeld, dat is te gevaarlijk nu. Terwijl me dat alles wordt uitgelegd, grijpt het kind naar mijn hand (de ogen van mijn istri zeggen 'voorzichtig!').

Ze bestudeert mijn hand zoals ik die van haar. Die van mij is natuurlijk vreemd omdat ik een bule ben, een belanda. Ik heb nog nooit een orangmeisjeshand gezien, laat staan vastgehouden. Wat een lange vingers, wat een kort duimpje. We kijken elkaar in de ogen. Wat ik zie, is: daar woont iemand -- dit is een PERSOON.

De volgende dag race ik op mijn sepeda motor naar Ragunan, de dierentuin, een halfuurtje jakkeren van ons huis. Op de primatenafdeling spreek ik een Duitse primatologe in haar taal, die ik dankzij de vroege aanwezigheid van een of meerdere televisietoestellen in het ouderlijke huis, al voor mijn achtste verstond. (Ook dat komt vast nog wel eens ter sprake.) Das Fräulein legt mij het een en ander uit. Het is al sinds de koloniale tijd (1932, meen ik) harstikke verboden orangs "te houden", zoals dat heet. Niettemin worden overtreders niet beboet of anders gestraft als ze meewerken deze dieren over te brengen naar rehabilitatiecentra, waarvan er diverse zijn, op Sumatra en Sulawesi.

Tot op de huidige dag voel ik me er schuldig over dat ik niet verder heb gehandeld. Het kon niet, meende ik, ik zou met de nek zijn aangekeken door de hele familie, en door de hele vriendenkring.

Fast forward. Een jaar geleden. Overdag komt een programma voorbij dat doorgaans geheel aan mij voorbij gaat, De Reünie. In de klas zit Willie Smit, die op Sulawesi Utara zo'n apencentrum runt. Ik ben geroerd. Een plan nestelt zich in mijn bovenkamer, daar waar mijn hart zetelt. Daar wil ik heen. Om het goed te maken.

Ik heb me gisteren aangemeld.
__________________________________
UPDATE    Een uitgebreid virtueel informatiepakket in de mail. Zucht, dit gaat waarschijnlijk dit jaar niet meer lukken. Ook om andere redenen dan de zware eisen die het Rescue Center (terecht) aan de vrijwilligers stelt. (Daarover morgen meer.) Ook de papierwinkel is enorm. Afijn, ik hou u op de hoogte.